Amsterdam veilige haven
Het wankele vertrouwen in de winkelmarkt is verder aangetast door de coronacrisis en de sluiting van niet-essentiële winkels. Toch blijven beleggers kijken naar investeringsmogelijkheden. Het kopen van winkels in hartje Amsterdam is de veiligste keuze, omdat de leegstand er laag is en weinig schommelt. Het rendement van 3,8% dat daar tegenover staat, is wel het laagst van alle steden in het land. In Assen lopen kopers het meeste risico, alleen is daar wel een rendement van 9,3% mogelijk.
In Assen kunnen investeerders niet alleen terecht voor het hoogste rendement. Ook met de risico-rendementsverhouding staat de stad bovenaan. “Dat deze gemeente hoog scoort, ligt vooral aan de lage prijzen”, vertelt Michiel Boonen, beleggingsexpert winkelvastgoed. “Dat biedt kansen voor beleggers die verder willen kijken dan de usual suspects.”
Het Overijsselse Deventer staat op plek twee. De winkelleegstand was hier de laatste vijftien jaar redelijk stabiel tussen de 7% en 11%. Daarnaast is de binnenstad compact in verhouding tot het aantal inwoners van de gemeente, waardoor de kans op langdurige leegstand klein is.
Helft belegd vermogen in grootste steden
Binnensteden zijn al jaren kwetsbaar door het vertrek van veel winkelformules. Beleggers worden daarom kritischer en zoeken hun heil vooral in de grootste steden. Zij zien deze plekken als minder risicovol. In 2015 ging nog maar een kwart van alle winkelbeleggingen in binnensteden naar Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven, in 2020 was dat al meer dan de helft.
Investeringen nodig voor leefbaarheid
Met de verwachte daling van de waarde van winkelvastgoed, ontstaan er ook weer nieuwe kansen voor beleggers. Financiers spelen een belangrijke rol in het verzilveren ervan. “Op dit moment kijken zij vooral naar de risico’s en zijn ze terughoudend met leningen buiten de grootste steden. Ze gaan vaak niet hoger dan 50% van de aankoopprijs. Ook het rente- en aflossingspercentage ligt (veel) hoger dan voor investeringen in de grootste steden”, zegt Boonen.
Daarom blijven er in de kleinere steden vooral particuliere beleggers over die met eigen geld of een beperkte financiering investeren. Dat is niet gunstig voor de binnenstad. Zonder investeringen is er geen vernieuwing met mogelijke verloedering als gevolg. Dat tast de leefbaarheid van de binnensteden aan en maakt ze minder aantrekkelijk voor het winkelend publiek.